Online Pesten
We kunnen ons tegenwoordig geen wereld zonder internet voorstellen. Ieder moment van de dag zijn we digitaal met elkaar verbonden. Internet heeft natuurlijk enorm veel voordelen, stel je maar voor hoe ingewikkeld deze pandemie was geweest zonder internet. Thuis studeren was dan een heel stuk moeilijker geweest. Helaas zitten er ook grote nadelen aan internet verbonden en één hiervan is erg actueel voor ons als pedagogiek of acpa-studenten: online pesten. Als voorproefje op de lezing van de StuCo op maandag 24 januari zal dit het thema van de blog zijn deze week.
Online pesten is een redelijk nieuwe vorm van pesten en als professional lastig op te merken. Offline pesten zou plaats kunnen vinden op het schoolplein waar je als leerkracht bij staat, maar online pesten kan plaats vinden via een privé gesprek op Instagram. Dit kan het een hele onopvallende manier van pesten maken voor buitenstaanders. Ook zoeken kinderen online graag de grenzen op en gaan zij vaak een stuk verder over deze grenzen heen dan dat zij offline zouden doen. Online voelt de pester zich vaak veiliger en heeft hij minder goed door hoe zijn gedrag overkomt op anderen. Ook komt het voor dat de pester een nieuw online account creëert waardoor hij anoniem opmerkingen kan plaatsen. Het niet weten wie de pester is maakt het voor zowel het slachtoffer als zijn omgeving lastiger om het pesten te stoppen. Verder is het belangrijk om te realiseren dat cyberpesten 24 uur per dag door kan gaan.
Jaarlijks worden meer dan 400.000 jongeren in Nederland online gepest. Uit een onderzoek van de Kindertelefoon blijkt dat 59% van de online gepeste kinderen te maken krijgen met haatreacties. Verder bleek uit dit onderzoek dat 28% van de slachtoffers hier niet over durft te praten met hun omgeving. Het Nederlands Jeugdinstituut beschrijft online pesten als “vorm van pesten waarbij het slachtoffer lastiggevallen wordt met digitale middelen. Denk bijvoorbeeld aan het sturen van nare berichten, het uploaden van gênante video’s of het ongewenst doorsturen van persoonlijke informatie over het slachtoffer.” Voor slachtoffers heeft deze vorm van pesten vaak langdurige gevolgen. Berichten of foto’s zijn moeilijk te verwijderen en kunnen nog jarenlang worden teruggevonden. Net als bij traditioneel pesten hebben slachtoffers vaak last van problemen als angst, depressie en in sommige gevallen zelfs suïcide.
Het kan als pedagoog of leerkracht natuurlijk heel lastig zijn om op een goede manier om te gaan met online pesten. Gelukkig zijn er wel een aantal manieren om slachtoffers te helpen. Het helpt om kennis te hebben van hoe online pesten in zijn werk gaat, hierdoor kan je makkelijker signalen herkennen. Als je de academische pabo doet kan je cyberpesten mogelijk tegen gaan door met de kinderen in je klas in gesprek te gaan over online pesten. Het helpt hierbij om kinderen zich in elkaar te laten inleven en te laten bedenken hoe hun online gedrag op elkaar overkomt. Ook kan je als klas afspraken maken over online gedrag. Als je merkt dat een kind in jouw omgeving slachtoffer is van cyberpesten is het belangrijk om zo snel mogelijk te handelen, vooral als er sprake is van het verspreiden van een foto of video. Ook kan je een slachtoffer doorverwijzen naar de Kindertelefoon of vraaghetdepolitie.nl.