Kinderen in oorlog
Helaas zien we in het nieuws regelmatig berichten over kinderen die zich in een oorlogssituatie bevinden of moeten vluchten voor geweld. Wereldwijd woont zelfs 1 op de 5 kinderen in een gebied waar oorlog of conflict heerst. Uit onderzoek van Save the Children bleek dat in 2019 in totaal 420 miljoen kinderen in landen leefden waar geweld plaatsvond. Dit is zelfs twee keer zoveel als 20 jaar daarvoor.
Volgens Save the Children is deze verslechterde situatie ontstaan door het feit dat conflicten steeds langer duren. Ook vindt geweld steeds vaker plaats in dichtbevolkte gebieden en steden. Hierdoor zijn scholen en huizen een makkelijker doelwit. Daarnaast neemt het aantal gewapende strijders toe en worden er vaker tactieken ingezet waarbij honger wordt gebruikt als oorlogswapen. Als laatste krijgen hulporganisaties steeds moeilijker toegang tot conflictgebieden. Kinderen die in conflictgebieden leven lopen hierdoor meer dan ooit het risico slachtoffer te worden van zware mensenrechtenschendingen. De trauma’s van het meemaken van een oorlog kunnen daarnaast zowel lichamelijk als geestelijk generaties doorwerken.
Het meemaken van een oorlog of geweld kan allerlei gevolgen hebben voor een kind. World Vision heeft een artikel geschreven over de minder bekende effecten voor kinderen die opgroeien in een oorlogsgebied. Zo blijkt dat dat wanneer een zwangere vrouw slachtoffer is van geweld dit de fysieke en cognitieve ontwikkeling kan aantasten van het ongeboren kind. Dit kan allerlei lange termijn effecten hebben op de ontwikkeling. Ook komt uitbuiting helaas veel voor: sommige partijen beloven ouders hun kind veilig onderdak te bieden, maar vaak worden kinderen hierdoor slachtoffer van kinderarbeid of kindsoldaten. Wanneer een kindsoldaat een conflict overleeft, wordt hij of zij soms opgepakt. Vaak ziet het kind in zo’n situatie zichzelf niet meer als slachtoffer, maar als dader. Dit leidt vaak tot zelfverwijt en op lange termijn tot moeite met sociale vaardigheden.
Door de oorlog in Oekraïne is er een nieuwe grote groep kinderen bijkomen dat moet leven in geweld of hiervoor op de vlucht moet slaan. Kinderen in Nederland worden op een hele andere manier beïnvloed door deze oorlog. Uit onderzoek van Unicef blijkt dat meer dan de helft van de Nederlandse 10- tot 18-jarigen vaak aan de oorlog in Oekraïne denkt. Twee van de drie jongeren voelen zich angstig of verdrietig. Daarnaast is bijna de helft van de kinderen en jongeren bang dat er ook oorlog in Nederland komt. Basisschoolleerlingen denken vaker dan middelbare scholieren dat dit zal gebeuren. Op de middelbare school voelen kinderen zich juist vaker machteloos. Unicef benadrukt in hun onderzoek dat het belangrijk is dat kinderen hun zorgen over de oorlog kunnen bespreken met iemand.