Twee vaders en twee moeders
In onze studie leren we er al jaren over. Ook blijft er onderzoek over verschijnen: de verschillende vormen van gezinnen en wat voor gevolgen dit heeft voor de opvoeding van het kind. Als er in onderzoek wordt gepraat over gezinsvormen gaat het in de meeste gevallen over het ‘standaard’ gezin met een vader en een moeder. In de huidige samenleving is dit beeld al een lange tijd veel meer uitgebreid. Tijd voor het onderzoek om verder te kijken dan het ‘traditionele’ plaatje. Zo is er onlangs steeds meer onderzoek gedaan naar het opvoeden van een kind door twee vaders of twee moeders. In oktober 2018 publiceerde De Volkskrant een artikel met de titel ‘Kinderen met twee moeders of vaders zijn net zo gelukkig als kinderen met heteroseksuele ouders’. Dit artikel vertelt over het onderzoek van hoogleraar Henny Bos (2017) over homoseksueel ouderschap. Dit onderzoek vergelijkt gezinnen met twee vaders of moeders met gezinnen met heteroseksuele ouders. Zo werd er gekeken naar verschillen in het welzijn van het kind, ouderlijke stress en ondersteuning in het opvoeden van het kind. De titel van De Volkskrant zegt het al, dit verschil bestaat niet. Er is geen verschil gevonden in de ouder-kind relatie, ouderlijke stress over opvoeden of het gebruik van formele of informele ondersteuning bij het opvoeden (Bos, Kuyper en Gartrell, 2017). Ook andere studies bevestigen bovenstaande kinduitkomsten. Zo stelt de studie van Golombok, Blake, Roman, Slutsky, Raffanello en Ehrhardt (2018) dat ook de hypothese dat kinderen van homoseksuele vaders hogere aanpassingsproblemen zouden laten zien ten opzichte van kinderen van lesbische moeders niet klopt. Kinderen van beide familietypes laten weinig gedrags- of emotionele problemen zien.
Zelf had ik ook niet verwacht dat er een verschil zou zijn, het is toch genoeg als een kind wordt opgevoed met liefdevolle ouders?